Met vallen en opstaan.

Zorg dragen voor het waardevolste goed, hun kind, is voor iedere ouder prioritijd nummer één. Echter is hierbij de dunne lijn naar [over]beschermen op te merken. Uiteraard moét iedere ouder vanuit zijn ouderschap het kind beschermen voor gevaar en bedreiging. Het is een plicht van een ouder om zijn kind voor te bereiden op volwassen worden. Wij merken echter op dat de klepel snel kan doorhangen naar overbeschermen op het moment dat je als ouder de obsessie krijgt om je kind nooit iets tekort willen laten komen.

Over-beschermende opvoedingsstijl.

Enkele decennia is dit een opvoedingsstijl geworden waardoor de norm verschoven is binnen ouderschap en de dunne lijn enkel nog maar dunner is geworden. Externe gebeurtenissen die in de media opgevoerd worden bevorderen het loslaten van onze kinderen naar volwassen worden niet. De afgelopen decennia is onze maatschappij onderhevig geweest aan diverse gebeurtenissen waarbij de balans naar het aanleren van zelfstandigheid keer op keer opnieuw in vraag gesteld wordt.

Over een opvoedingsvisie valt moeilijk te discussiëren maar wij moeten wel blijven openstaan om kritisch te evalueren.  Achteraf is makkelijk gezegd, maar ook dat is opvoeden. Zoals zoveel zaken dat ons leven binnensluipt merken wij achteraf de gevolgen pas op. Om over opvoeden kritisch na te denken is een gevoeliger onderwerp. Omdat hier ook emotie bij komt kijken. Heel vlug wordt ‘falen’ aangehaald terwijl het hier niet om draait. Ook hier leert men ouderschap met vallen en opstaan.

Angstgedreven overbescherming.

Laat ons dit dan ook terug doen met onze kinderen. Leer ons terug beseffen dat met vallen en opstaan een proces op gang komt en leerkansen worden gecreëerd. Rijk gevulde kansen zal een kind doen opgroeien tot een uniek persoon. Hiervoor is bewust opvoeden noodzakelijk.

Dit start bij vertrouwen. Want ouders die constant waken over hun kinderen staan meestal wantrouwig tegenover alles en iedereen. Ook dit zal door je kind overgenomen worden als volwassene. Niet voor niets dus dat wij zoveel decennia later heel wat leden in onze maatschappij hebben die wantrouwend door het leven stappen.

Vertrouwen in alle opzichten is noodzakelijk. Dit zowel voor je kind, want daar ontwikkel je zelf-vertrouwen. Maar ook ten aanzien van anderen. Dit is echter een domino-effect. Want start je met vertrouwen te geven aan je kind zal je merken dat je kind bepaalde obstakels wel zelf kan trotseren en daardoor ontwikkel je ook meer vertrouwen ten aanzien van anderen. Doordat zij jouw kind ervaren als iemand met zelfvertrouwen zal ook deze zijn objecties doen varen en meer zelfvertrouwen krijgen in de omgang. Hierbij denken wij aan de kindbegeleider, de kleuterjuf, sportleraar of vrienden in het secundair.

Op iedere leeftijd moet je een andere graad van vertrouwen geven. Het start met de supporter te willen zijn voor je kind zijn leven. Hem of haar voor altijd vast blijven houden is geen gezonde situatie. Het is een obsessie die je jezelf niet wil toeschrijven. Een supporter staat aan de zijlijn en is een motivator voor alle grote en minder grote stappen die je kapoen moet nemen. Een supporter is trouw en daardoor aanwezig op het ogenblik dat je spruit jou nodig heeft. Al is dit in de speeltuin voor de eerste keer het grote speeltuig trotseren of bij het uitvoeren van een klaslezing.

Dat dit vanaf de eerste keer niet van een leien dakje loopt spreekt voor zich. Het spreekwoord: “ met vallen en opstaan.” is hier duidelijk. Hier ontwikkel je immers de mindset dat leren niet gelijk is aan falen. Ook wat je de laatste decennia ziet in onze maatschappij dat het gebrek van te mogen falen heel wat ongelukkige jongeren grootbrengt. De druk wordt enkel maar opgevoerd en toch zijn wij nog steeds verrast dat “burn-out” ons leven blijft binnensluipen?!

Opgroeien naar [zelf]vertrouwen.

Zelfvertrouwen ontwikkel je de eerste 12 jaar van je leven. Dit is een proces van een aanéénsluiting van ervaringen dat start de eerste 3 jaar van een kinderleven. Ook wel de eerste duizend dagen genoemd. Met uitbreiding maken wij de eerste 6 levensjaren als de belangrijkste omdat hier de basis groeit voor het verdere leven.

Ook al zal jouw kind bij zijn  zoveelste valpartij huilen en ons daardoor het gevoel geven dat hij het meest ongelukkige kind is dat erbij loopt in onze maatschappij. Toch zal je merken door het bieden van troost opnieuw het zelfvertrouwen kan groeien en de traantjes snel verdwijnen. Trouwens wij volwassenen hebben ongelukkig zijn gekoppeld aan huilen terwijl verdrietig zijn een uiting van een emotie is door een gebeurtenis en niet direct bepalend is voor de graad van gelukkig zijn. Ik haal dit erbij omdat een mogelijkse reden van [over]beschermen een drang naar het bekomen van gelukkig zijn is. Zijn wij hierin de afgelopen decennia is geslaagd? Ik denk niet helemaal aan de hoge graad van ongelukkige jongeren waarmee ik in contact kom. De generatie jonge ouders heeft dus de kans om dit volledig om te draaien en ja, dat start bij het ervaren van een blauw plekje omdat jouw kind graag het gevoel van hoogte wou ontdekken toen hij op de stoel kroop en merkte dat hij toch nog niet zo stabiel op zijn benen kon staan

Winkelwagen